In De Tijd laat Bea Cantillon zich
in een interview uit over de recente taxshift die België onderging.
Het land gaat namelijk al een tijdje gebukt onder hoge loonlasten die het voor werkgevers onaantrekkelijk maken werknemers aan te werven. Een werknemer die netto zo'n 1500 euro ontvangt, betekent voor de werkgever een werkelijke kost van een slordige 3500 euro. Driemaal het bedrag dat de werknemer ontvangt dus... Een werknemer belonen is tevens moeilijk daar de werkgever dan al snel diep in eigen vel snijdt wegens de regel van drie.
Daarom werden er allerhande alternatieven ontwikkeld. Extralegale voordelen, waarover later meer.
Deze rechtse regering, de Zweedse coalitie, zou dit hekele probleem wat al enkele decennia hooguit met loodgierij-werken wordt opgelost, eindelijk aanpakken.
Dat valt niet mee, indien je met drie partijen in de regering zit waarvan één met een identiteitscrisis krampt en zich in rechtse aangelegenheden zo links mogelijk poogt te gedragen om haar achterban niet te schaden. Maar zich in linkse aangelegenheden zo rechts mogelijk opstelt om een ander deel van diezelfde achterban niet voor het hoofd te stellen.
Hoe dan ook kwam men tegen alle verwachtingen in nog voor de politieke zomervakantie van 2015 met een bricolage-werk op de proppen, waarop ik in een andere post dieper zal ingaan.
Over deze beslissing laat professor Cantillon zich negatief uit. Mogelijks niet zonder recht en reden.
Alleen is het in een discussie wel zo ernstig om de juiste argumenten te gebruiken en geen hele leugens en halve waarheden te verkondigen.
Een interview dat een zinnige bijdrage levert moet niet dienen om iemands gebrek aan kennis weer te geven, een interview moet kritisch zijn ten opzichte van de genomen beslissingen met onderbouwde argumenten. De onderbouwing is er, maar waarop steunt ze?
Al bij de introductie loopt het mis met een stelling die op z'n zachtst gezegd discutabel is.
Bij aanvangt verklaart mevrouw Cantillon blijkbaar dat de regering de verlaagde loonlast (van 33 naar 25%) met name wil bekostigen via het
activeren van enerzijds langdurig zieken en anderzijds oudere werklozen die "de markt niet nodig heeft".
Nochtans lees ik bij heel veel vacatures dat ervaring vereist is, iets wat toch vooral oudere werknemers hebben?
De reden waarom mensen met een verminderde productie (wat in de regel geldt voor mensen met beperkingen door medische klachten, maar helaas ook vaak voor mensen "op leeftijd", al worden onze senioren gelukkig dagelijks fitter) niet worden aangeworven op de arbeidsmarkt is niet omdat ze niet nodig zijn. Integendeel, bepaalde sectoren schreeuwen om personeel. Denk maar aan de zorgsector, de IT-sector, maar ook de boekhouding, administratief / secretariaatspersoneel, onderhoudspersoneel, huishoudhulpen als technisch geschoold personeel.
Alleen is de kost van oudere werknemers bijzonder hoog door het systeem van anciënniteit, in verhouding tot de mogelijke opbrengst van een oudere werkgever (die na ingewerkt te zijn en dus na een investering van het bedrijf een hoger risico zal hebben op ziekte/invaliditeit, mantelzorg, mogelijke verlofsystemen alsook natuurlijk sneller de pensioenleeftijd zal bereiken).
‘De regering
gaat ervan uit dat ze miljoenen kan besparen door langdurig zieken en
oudere werknemers naar werk te begeleiden. De harde waarheid is dat de
jobs voor die mensen er niet vanzelf komen, want de markt heeft hen niet
nodig.
Daar een onderneming in de eerste plaats ook zijn eigen continuïteit en dus voortbestaan beoogt te behouden, en als het even kan liefst een voldoende inkomen moet verwerven aan de ondernemer en zijn personeelsleden waartegenover men verantwoordelijk is, is het maar logisch dat men voorzichtig is met mensen aanwerven die in verhouding duurder en risicovoller zijn.
Dat wil echter helemaal niet zeggen dat de markt deze mensen niet nodig heeft!
Voor zieken en / of invaliden geldt hetzelfde verhaal. Deze mensen kunnen nog ontzettend goed inzetbaar zijn, maar in een aangepaste job, of met aangepaste uren. Iemand kan bijvoorbeeld van thuis uit werken op de uren die hij/zij wenst. Maar het verschil tussen 38 uren of halftijds werken versus volledig inactief zijn is erg groot. Bovendien draagt het ook zeker niet altijd bij tot het welzijn van de zieke.
‘De regering
gaat ervan uit dat ze miljoenen kan besparen door langdurig zieken en
oudere werknemers naar werk te begeleiden. De harde waarheid is dat de
jobs voor die mensen er niet vanzelf komen, want de markt heeft hen niet
nodig.
Deze mensen krijgen echter niet de kans om al was het maar 1 à 10 uurtjes per week te werken, want het systeem laat dat simpelweg niet toe. Bovendien draagt de werkgever hier opnieuw het volledige risico ingeval van ziekte. En iemand die een dag komt werken, tien dagen uitvalt, en dit maanden op rij, moet telkens door de werkgever doorbetaald blijven worden alsof hij gewoonweg komt werken.
Op deze manier krijgt de bedrijfswereld vanuit de overheid de impliciete boodschap ver van minder gezonde medewerkers weg te blijven. Indien zij iemand met een problematiek aanwerven, is het risico immers volledig voor hun.
Kleinere puntjes die wijzen op een gebrek aan kennis of een poging tot stemmingmakerij zijn dat de professor beweert dat deze taxshift voor de laaggeschoolden nutteloos is, daar de loonlasten voor deze categorie al op 25% lagen. De regering heeft echter enkele dagen na het kenbaar maken van de taxshift aangekondigd
ook voor deze groep inspanningen te zullen doen.
Ten derde wordt er gesuggereerd dat het onduidelijk is voor wie de 100 euro netto extra per maand is. Dit blijkt echter gespecifieerd te zijn als
de mensen die minder dan 2400 euro bruto per maand verdienen, een duidelijk afgebakende groep. De pers een beetje bijhouden of dat door je medewerkers laten doen is steeds mooi meegenomen voor je je aan uitspraken over een bepaald thema waagt.
Een ander feit waar mevrouw Cantillon het niet te nauw neemt met de waarheid is de gratuite bewering dat zowat alle uitkeringen in België onder de armoedegrens liggen (naargelang de instantie vastgesteld op een 950 à 1000 euro voor een alleenstaande in België). Dit is echter pertinent onwaar, zoals een getraind lezer wel kan afleiden uit de uitspraak die zeer aspecifiek is.
Welke uitkeringen liggen er hier boven de armoedegrens?
- De inkomensgarantie voor ouderen die over onvoldoende financiële middelen beschikken, geldt weliswaar enkel voor mensen met de Belgische nationaliteit en vluchtelingen of staatslozen ligt boven de armoedegrens (1011.70 euro voor een alleenstaande)
- De werkloosheidsuitkering is nadat er voldoende gewerkt is afhankelijk van hoogte van het inkomen, al daalt deze sinds de regering Di Rupo wel in de tijd
- Het minimumbedrag van de arbeidsongeschiktheids- (<1 arbeidsongeschikt="" de="" en="" invaliditeitsuitkering="" jaar=""> 1 jaar arbeidsongeschikt) die beide berekend worden op de inkomsten ingeval het een regelmatig werknemer betreft, liggen boven de armoedegrens.
1>
Wie krijgt dan wel een inkomen onder de armoedegrens (dit is het Belgische bestaansminimum, op dit moment vastgelegd op 817 euro voor een alleenstaande)?
- Leefloners krijgen 817 euro, mààr een OCMW mag beslissen om zelf naargelang het gevoerd beleid extra middelen aan personen toe te kennen. Sommige OCMW's hebben hiervoor al modellen ontwikkeld om steuntrekkenden aan de hand van enkele parameters objectieve bedragen te kunnen toekennen die boven de armoedegrens liggen. De 817 euro is dus de ondergrens die men krijgt. Elk OCMW kan beslissen om meer te geven.
Indien er problemen zijn, kan een leefloner ook steeds om extra steun vragen waarbij er geval per geval wordt beoordeeld of de steun wordt toegekend (bv bij aankoop bril, wagen, medische kosten, ...).
- Werkzoekenden die of niet, of onvoldoende (om de berekening obv hun voorbije beroepsinkomsten te maken) gewerkt hebben of langer dan twee jaar werkloos zijn, krijgen oomk maar een 817 euro
- Mantelzorgers die thuisblijven om hun functie uit te oefenen
- Mensen die vrijwillig halftijds werken, dus zonder dat ze halftijds werkzoekenden toeslag krijgen, kunnen een inkomen hebben dat lager ligt dan de armoedegrens (in dit geval loont het werken dus niet)
De arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkering voor niet-regelmatige werknemers ligt onder de armoedegrens (817 euro)
- Stuitend is dat de personen met een handicap die alleenstaand zijn (Inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap van het VAPH, met een verdienvermogen van minder dan 1/3e van een valide persoon) ook slechts het minium krijgen,
namelijk 817 euro.
Indien ze hulpmiddelen nodig hebben voor hun zelfredzaamheid kunnen ze echter wel beroep doen op een integratietegemoetkoming maar het basisbedrag ligt voor deze mensen die niet kunnen werken en dit waarschijnlijk nooit kunnen, wel bijzonder laag. Voor deze mensen mag er wel opgekomen worden!
Er moet geen tekening bij gemaakt worden dat 817 euro voor een alleenstaande uiteraard een bijzonder karig bedrag is om maandelijks mee rond te komen, indien men geen beroep kan doen op een sociale woning maar op de privé-markt terecht moet en bijvoorbeeld een wagen heeft, is het bijvoorbeeld onmogelijk. Daarom zal men dan keuzes moeten maken. Gelukkig geven de meest sociale woonmaatschappijen voorrang aan mensen in de meest penibele situaties.
Dit systeem van gesubsidieerd kopen of huren van sociale woningen, alsook andere herverdelingssystemen (zoals de verhoogde tegemoetkomingen bij medische onkosten, sociaal abonnement openbaar vervoer, verhoogde kinderbijslag, ...) compenseren voor het inkomen dat onder de armoedegrens ligt.
Een laaggeschoold werknemer die aan het minimumloon werkt (al dan niet via interimcontracten met tussentijdse perioden van werkloosheid) kan geen beroep doen op deze voordelen. Daarom zal deze werknemer soms zelfs slechter af zijn dan de personen die officieel wel een uitkering krijgen die onder de armoedegrens ligt.
Dat kan hetgeen Bea Cantillon opmerkt, namelijk de structureel hoge werkloosheid bij laaggeschoolden waarvan dus geweten is dat ze onafhankelijk van de conjunctuur is, verklaren. Maar liefst 64% van deze mensen is werkloos!
(Op dit moment wordt het beeld natuurlijk negatief vertekend door de verschuiving van arbeidsintensieve werkplaatsen naar de lageloonlanden enerzijds en anderzijds een instroom van mensen uit nabijgelegen lagere loonlanden voor wie het wel nog loont om hier deze jobs met lagere verdiensten te komen doen, daar zij door het niet hebben van de Belgische nationaliteit geen beroep kunnen doen op de voordelen en de inkomsten vergelijken met de inkomsten in eigen land: kijk maar naar de vele Oost-Europeanen die actief zijn in de bouw, transport, schoonmaak, productie, ... en elke andere sector waarin jobs voorhanden zijn die een minimum aan taalkennis maar wel fysieke activiteit vereisten (bv sommige verkoops- en administratiefuncties)
Tot zover de nepargumenten waarmee mevrouw Cantillon een bepaalde stelling probeert te onderbouwen. Een stelling die op zich misschien wel verdedigbaar is, maar men kan zich niet van de indruk ontdoen dat dit meer van lobbywerk wegheeft voor mogelijke verenigingen dan van een objectieve kijk geven op het werk van de regering, door het gebruik van flagrante onjuistheden of uitspraken die kort door de bocht zijn.
Alsof dat allemaal niet erg genoeg is voor iemand die een nobele zaak moet verdedigen en waarvan je bijgevolg een meer dan behoorlijke dosis ethiek verwacht, komt het pas echt tot een cliffhanger van jewelste in de conclusie van het artikel. Hierin antwoordt mevrouw Cantillon op de vraag waarom dit dan wel zo'n probleem is. De metode die ze toepast herkennen we van de technieken die het Vlaams Belang hanteert: bangmakerij. Andere argumenten kunnen er blijkbaar niet verzonnen worden.
We krijgen een behoorlijk dreigement voor de kiezen: het zal niet fijn meer zijn om in deze samenleving te leven.
Ach zo? Is dit niet behoorlijk subjectief? Sinds wanneer mogen we zelf niet meer bepalen wat we al dan niet fijn vinden?
Waarom zegt ze niet gewoon wat ze denkt? Dat bepaalde groepen indien ze
denken dat ze te weinig
krijgen in verhouding tot waartoe ze recht op menen te hebben (ingeval je niet bijdraagt is het niet erg logisch dat je recht op vanalles hebt want op basis waarvan zijn die rechten dan gebaseerd? Op het feit dat je ademt? Geboren bent? op Belgische bodem verblijft? ) wel eens maatschappelijk deviant gedrag kunnen gaan vetonen (lees: gewelddadig middelen komen afnemen).
Alleen is de vraag of dat een manier is om een samenleving te besturen? Moeten we uit angst voor het feit dat degenen die met de handen open staan in de hoop dat de gebraden kippen in de mond vliegen met dank aan zij die wel een bijdrage leveren, misschien met een kalasjnikov achter ons aan komen ze dan maar alles geven?
Een vraag die iedereen voor zichzelf moet beantwoorden. Maar waar eindigt het dan? En zijn er individuen die denken dat ze ooit genoeg krijgen? En daarom niet meer op hun eigen manier zullen proberen "bij te verdienen"? Ik denk het niet ...
Criminaliteit wil niet noodzakelijk zeggen dat men te weinig heeft, wel dat men meer wil.